Achtergrond informatie

Antroposofische muziektherapie is ingebed in de antroposofische gezondheidszorg. Voor meer info: zie.
Een folder over muziektherapie is hier te bestellen.

In antroposofische muziektherapie*** wordt zowel het luisteren (impressie) als het actief meedoen (expressie) geoefend.

Naar muziek luisteren (impressie)

Muziek heeft een maximale werking als er geluisterd kan worden. Luisteren speelt in de muziektherapie een belangrijke rol. Luisteren heeft de kwaliteit van zich kunnen concentreren, van wakker aanwezig kunnen zijn, maar ook je open kunnen stellen, je ergens aan kunnen overgeven zonder dat je jezelf erin verliest. Luisteren doen we niet alleen met ons gehoor. We ervaren en ‘horen’ muziek eigenlijk met ons hele lichaam.

Luisteren vindt vooral plaats in de receptieve therapie of luistertherapie. Door echt te luisteren ontstaat er een beweging naar binnen, waardoor de muziek kan aankomen. Luistertherapie kan gebruikt worden als voorbereiding op een actieve oefening of als rustpunt in de therapie.

Zelf muziek maken (expressie)

In de actieve therapie wordt zoveel mogelijk zelf gespeeld. Door de therapeut worden muzikale oefeningen gekozen die op speciaal voor de muziektherapie ontwikkelde instrumenten worden geoefend. Daarnaast wordt er ook geïmproviseerd.
Ieder muzikaal element* en ieder muziekinstrument** heeft een eigen uitwerking op de mens. Een gezongen gregoriaanse melodie roept een heel andere muzikale beleving op dan een Afrikaans ritme gespeeld op de djembé.

*Muzikale elementen zijn o.a. maat/ ritme, melodie, intervallen en harmonie die elk hun eigen kwaliteiten hebben.
De muziektherapeut kiest oefeningen met een bepaald ritme of in een bepaalde maatsoort, in majeur of mineur, in kerktoonsoorten of in pentatoniek. Ook kan een bepaald interval op de voorgrond staan. Op deze manier kunnen verschillende stemmingen zoals vreugde en droefheid opgeroepen (impressie) en uitgedrukt worden (expressie). Men kan ook bewustzijn krijgen voor spanningen of onzekerheden in zichzelf waarna er gewerkt kan worden aan ontspanning en/of het vergroten van zelfvertrouwen.

**Muziekinstrumenten hebben een connectie met het menselijk lichaam.
Blaasinstrumenten hebben te maken met de ademhaling en kunnen worden gezien als een voortzetting van de menselijke luchtpijp. In de therapie worden zeer verschillende blaasinstrumenten gebruikt, van een bamboefluit tot een kleine trompet. Ook de koperfluit, de gemshoorn en de kromhoorn behoren tot de mogelijkheden.

Snaarinstrumenten hebben een klankkast die op de romp lijkt. De klankkast resoneert bij het spelen. Op een snaarinstrument kunnen meerdere tonen tegelijk klinken zodat akkoorden ontstaan. Akkoorden spreken het gevoel aan in majeur en mineur. Tokkelinstrumenten zoals de lier, de bourdonlier of de gitaar en strijkinstrumenten zoals de chrotta worden gebruikt in de therapie.

Slaginstrumenten met of zonder kloppers nodigen uit om de ledematen te gebruiken, we komen er gemakkelijk door in beweging. Door de slaginstrumenten komen vooral het ritme en de maat tot hun recht. Er worden slaginstrumenten bespeeld die zijn gemaakt van hout (trom, djembé, xylofoon) of van metaal (gongs).

De menselijke stem, het eigen instrument van de mens om mee te zingen, wordt ook veel gebruikt in de therapie.

***Antroposofische visie op muziektherapie
Muziek komt binnen via het gevoelsgebied (het astraallichaam) maar het Ik werkt bij het musiceren altijd sturend. Muziek is de kunst van het Ik (Steiner: Das Wesen des Musikalischen und das Tonerlebnis im Menschen, GA 283). Er kan gewerkt worden aan versterking van bepaalde zielekwaliteiten zoals leren loslaten of juist meer verbinden; aan concentratie en flexibiliteit; aan het vergroten van zelfvertrouwen; aan het in beweging brengen en verwerken van vastzittende gevoelens.
Er kan gewerkt worden aan het versterken van de verbinding van het astraallichaam met het etherlichaam (levenslichaam). Dit kan met oefeningen die ontspanning bevorderen (bij slaapproblemen) of juist vitaliserend werken (bij burn out).
Als er vraag is naar versterking van de verbinding tussen het astraallichaam en het Ik kan dat met oefeningen die de eigenheid versterken zoals canon zingen of het spelen van tegenritmes of tegenmelodieën in geleide improvisaties. Ook het maken van een eigen lied of muziekstuk hoort hier tot de mogelijkheden.